Over het algemeen hebben huisdieren een positieve invloed op de ontwikkeling van kinderen, maar huisdieren kunnen ook gevaarlijke situaties met zich meebrengen.

Voorkomen van ongelukken met huisdieren

  • Probeer je kind te leren dat het niet zomaar vreemde dieren kan aaien.
  • Leg kinderen uit dat ze dieren niet mogen plagen of boos maken.
  • Leg uit dat je een dier dat eet of slaapt het best met rust kunt laten. Vooral honden zijn erg territoriaal en kunnen agressief reageren als je ze stoort tijdens het eten of slapen.
  • Probeer jonge kinderen niet alleen te laten met een hond of kat.

Bijten en krabben

Honden, katten en andere huisdieren kunnen uit enthousiasme of angst je kind bijten of krabben. Een beet of krabwond veroorzaakt soms een infectie. Spoel de plek het liefst meteen uit met zeep en water. Raadpleeg bij ernstige beet- en krabwonden de huisarts.

Vlooienbanden en kattenbakkorrels

Vlooienbanden en kattenbakkorrels zijn giftig. Probeer deze producten dus zo ver mogelijk bij je kind vandaan te houden. Heeft je kind bijvoorbeeld gelikt aan de vlooienband van je hond of kat, bel dan meteen 112.

Allergie

Je kind kan allergisch zijn voor honden- of kattenharen. Soms is zo'n allergie zo hevig dat het zeker het overwegen waard is om de hond of kat weg te doen.

Vogels

Van sommige vogels die in huis gehouden worden, is bekend dat ze ziekten kunnen overdragen. Overleg hierover met een dierenarts.

COVID-19

Het kan zijn dat deze tekst (nog) niet helemaal klopt volgens de laatste RIVM-Richtlijnen. Houd bij het opvolgen van onze tips en adviezen altijd rekening met deze richtlijnen om verspreiding van het coronavirus tegen te gaan.